Hoe modemerk Ted Baker in Nederlandse handen kapotging

Op een dinsdagmiddag in de drukke Amsterdamse Leidsestraat, op de hoek met de Kerkstraat, probeert een man naar binnen te gaan bij het indrukwekkende vier verdiepingen tellende modepaleis van Ted Baker.

Binnen branden neonreclames, dus op het eerste gezicht lijkt de winkel open. Maar de deur zit op slot. De man kijkt teleurgesteld door de etalage naar binnen, en wacht nog enkele minuten voor de ingang voordat hij het opgeeft. Hij is niet de enige: binnen een kwartier duwt een goeie handvol mensen tevergeefs tegen de deurklink in de vorm van een grote schaar.

De sluiting van de Amsterdamse ‘flag ship store’ van Ted Baker is het gevolg van de ineenstorting van het ooit zeer succesvolle Britse modemerk. Ook in het Verenigd Koninkrijk, elders op het Europese vasteland en in de VS en Canada moesten winkels dicht. Alleen al in Europa staan daardoor zo’n duizend banen op de tocht.

Schuldige

Volgens de eigenaar van het modemerk, het Amerikaanse Authentic Brands, is het instorten van Ted Baker de schuld van een Nederlands bedrijf, het ambitieuze maar inmiddels failliete AARC Holding. Dat bedrijf was tot voor kort gevestigd in een kantoor op de Amsterdamse Herengracht en nam begin vorig jaar alle 120 Europese winkels en verkooppunten en de webshop van Ted Baker over.

Destijds werd AARC aan de buitenwereld gepresenteerd als een belangrijke retailspeler, bij wie de winkels van het iconische, maar in de problemen geraakte modemerk, een nieuwe bloeifase tegemoet kon gaan. Al snel bleek dus het tegendeel. Hoe kon het zo mis gaan?

Immens succes

De wortels van Ted Baker liggen in Glasgow, waar de Engelse ondernemer Ray Kelvin in 1988 zijn eerste kledingwinkel opende. In het daaropvolgende decennium groeide Ted Baker in sneltreinvaart uit tot een groot succes. Het bedrijf opende winkels door heel Europa en ging in 1997 naar de beurs.

Een jaar later begon Ted Baker met de verovering van de Amerikaanse markt en opende zijn eerste webwinkel. In de twintig jaar na de eeuwwisseling zette het modebedrijf het succes voort, waarbij het aanbod werd uitgebreid met lifestyle-artikelen, zoals tassen en parfums. Ook in Azië verrezen winkels, veelal van franchisenemers.

Eigenzinnig Engels

Wereldwijd vielen klanten massaal voor de signatuur van het merk: klassieke Britse elegantie, gemengd met een luchtige, eigenzinnige twist. In 2011 werd oprichter Kelvin geridderd, als erkenning voor zijn diensten aan de Britse modesector.

Op het hoofdkantoor in Londen, met de bijnaam The Ugly Brown Building, stroomden intussen de miljoenen binnen. In 2017 boekte Ted Baker een nettowinst van bijna 53 miljoen pond op een omzet van 592 miljoen pond. Een jaar later was bedroeg de winst 41 miljoen, op een omzet van 617 miljoen.

Ook de koers van het aandeel steeg tot grote hoogten. In maart 2018 koerste het aandeel boven de 3000 pence, 30 pond. Daarmee was het bedrijf op de beurs 1,35 miljard Britse pond (1,6 miljard euro) waard.

Omslag

Maar vijf jaar geleden ging het plotseling mis. Begin 2019 moest oprichter Kelvin vertrekken, na aantijgingen over grensoverschrijdend gedrag. De geridderde modekoning zou zijn medewerkers regelmatig hebben gedwongen tot knuffelen, en kon zijn koffers pakken. Wat volgde was een reeks winstwaarschuwingen, boekhoudblunders en, opnieuw, een vertrekkende topbestuurder.

Het aandeel, dat begin 2018 nog ruim 3000 pence waard was geweest, ging in een duikvlucht naar beneden. In september 2019 was er van de koers nog zo’n 1000 pence over. Een maand later zakte die onder de 500.

Verzwakt corona in

Toen begin 2020 de coronapandemie losbarstte, was het verzwakte modeconcern volgens marktkenners niet meer in staat om adequaat op de gedwongen winkelsluitingen te reageren. In 2020 kelderde de omzet naar 352 miljoen pond, en boekte het bedrijf 86 miljoen pond verlies. Het aandeel bleef kelderen, tot zo’n 100 pence in maart 2020.

Daarvan herstelde het modeaandeel nooit meer. In de herfst van 2022 werd het vleugellamme Ted Baker voor 211 miljoen Britse pond (250 miljoen euro) opgeslokt door het Amerikaanse merkenhuis Authentic Brands, dat ook eigenaar is van merken als Reebok, Forever 21 en David Beckham. Authentic betaalde 110 pence per aandeel, een fractie van wat het ooit waard was.

Overname door Authentic

Voor de aandeelhouders bracht de overname geen verlossing, maar voor liefhebbers van het modemerk leek het Britse icoon ten minste gered. De nieuwe eigenaar Authentic Brands beschikt namelijk over financiers met diepe zakken.

Zo investeerde private equityhuis General Atlantic in de zomer van vorig jaar nog 500 miljoen dollar in Authentic Brands. Ook investeerder Lion Capital, in Nederland bekend als oud-eigenaar van warenhuis Hema, stak er geld in. Onder de Amerikanen halveerde het aantal Europese winkels wel in korte tijd; in Groot-Brittannië van 192 naar 86, en op het vasteland van Europa van 98 naar 46.

Nederlands AARC

Dat er onder Authentic Brands een andere wind zou gaan waaien, stond wel vast. De Amerikanen staan er namelijk om bekend dat zij hun merken niet zelf exploiteren, maar ze in licentie geven aan partners. Het ‘echte werk’ wordt dus uitbesteed aan andere partijen.

Dat gebeurde ook met Ted Baker. Eind april 2023 verkocht Authentic Brands de resterende 120 Europese winkels en verkooppunten en de webshop van het Britse modehuis aan het Nederlandse bedrijf AARC, dat werd geleid door de Fransman Carlos Radulovitch (1975). Het bedrijf was gehuisvest in een monumentaal pand aan de Herengracht.

‘Belangrijke winkeluitbater’

In het persbericht dat Authentic over de verkoop rondstuurde, werd het Nederlandse AARC aangeprezen als een ‘leidende winkeluitbater in elf landen’. Daarnaast werd AARC gepresenteerd als dochterbedrijf van moederconcern Amarla, dat ‘een van de grootste boutique-retailers actief in Europa, het Midden-Oosten en Afrika’ zou zijn. De boodschap was helder; onder het sterke AARC zou Ted Baker weer tot bloei komen.

Uit nader onderzoek door RTL Z blijkt dat de bedrijven AARC en Amarla inderdaad actief in de winkelsector waren, als franchisenemer van de bekende merken Victoria’s Secret en Bath & Body Works. Volgens zijn Linkedin-pagina werkte directeur Radulovitch enkele jaren bij L-Brands, de Amerikaanse eigenaar van beide merken.

Victoria’s Secret

Moederbedrijf Amarla timmerde afgelopen jaren bovendien aardig aan de weg in Nederland, met winkelopeningen op belangrijke retaillocaties. Zo vond in oktober 2021 de feestelijke opening van de eerste grote lingeriewinkel van Victoria’s Secret plaats, op het Amsterdamse Koningsplein, strategisch gelegen tussen de Leidse- en Kalverstraat. Directeur Radulovitch zei destijds in het Parool dat hij veel meer Nederlandse vestigingen zou openen. “Er zijn ook meer dan honderd Hunkemöllers in Nederland.”

Een maand later opende het bedrijf een winkel van de Amerikaanse wellness-formule Bath & Body Works (BBW) in de Amsterdamse Kalverstraat, in een monumentaal pandje waarin eerder concurrent Rituals had gezeten. Radulovitch runde ook vestigingen van Victoria’s Secret en BBW in het prestigieuze winkelcentrum Mall of the Netherlands in Leidschendam, en in Den Haag en Antwerpen.  

Stelt weinig voor

Maar uit onderzoek blijkt ook dat AARC en Amarla verder eigenlijk vrij weinig voorstelden. In zijn Linkedin-cv schrijft Radulovitch dat Amarla ruim dertig winkels door Europa had, maar in faillissementsverslagen van het bedrijf is hooguit een handjevol winkels terug te vinden. Het hoofdkantoor op de Herengracht blijkt te zijn gevestigd in een pand waarin ‘virtuele kantoorruimte‘ – zeg maar een postbus en een receptioniste – wordt verhuurd aan bedrijven die graag goede sier willen maken met die deftige locatie.

Kortom, de suggestie in het persbericht over de overname van Ted Baker dat AARC en Amarla belangrijke winkeluitbaters zouden zijn, is nogal overdreven. Te meer omdat het handjevol winkels van Victoria’s Secret en BBW  er ten tijde van de overname al erbarmelijk voorstonden. 

Gierend failliet

Drie maanden na de overname van Ted Baker gingen de bedrijven waarin de lingerie- en wellnesswinkels waren ondergebracht, namelijk gierend failliet. Uit de faillissementsverslagen van curator Rolf Everhardus blijkt dat de bedrijven al veel langer kwakkelden.

In de verslagen valt te lezen dat directeur Radulovitch de faillissementen uit 2023 toeschreef aan coronapandemie en problemen met het vrouwonvriendelijke, seksistische imago van Victoria’s Secret. Door tegenvallende verkopen konden de Europese franchisewinkels van het lingeriemerk niet meer voldoen aan de financiële verplichtingen jegens de merkeigenaar L-Brands. 

Problemen lingeriewinkels

Als gevolg daarvan wilde L-Brands niet meer leveren, en konden de Europese winkels alleen nog maar de bestaande voorraden uitverkopen. Uiteindelijk moesten de vestigingen van Victoria’s Secret de deuren sluiten, ook de gloednieuwe winkel aan het Amsterdamse Koningsplein.

Zonder inkomsten van Victoria’s Secret kwamen ook de vestigingen van BBW in de problemen. Eind juli en begin augustus volgden de faillissementen van Amarla en zijn dochterbedrijven. Curator Everhardus hoopte nog op een doorstart van de winkels, maar die mislukte.

Drijfzand

De problemen met Victoria’s Secret en BBW waren nog maar een voorproefje. Al snel bleek dat ook de overname van het Europese winkelnetwerk van Ted Baker op drijfzand was gebouwd.

In oktober 2023, een half jaar na de overname, meldde The Times dat merkeigenaar Authentic Brands het Nederlandse AARC een noodlening had moeten verschaffen. Een bron die bij AARC en Ted Baker betrokken was, maar anoniem wil blijven, zegt dat de Amerikanen in ruil voor de lening de aandelen van het Brits dochterbedrijf No Ordinary Design Label in onderpand kregen. Belangrijk, want daarin zitten alle winkels van Ted Baker.

Winkelsluitingen

Toen AARC in februari opnieuw niet aan zijn financiële verplichtingen kon voldoen, pakten de Amerikanen de winkels van Ted Baker dankzij dat onderpand moeiteloos weer terug. Vervolgens schakelden zij Britse bewindvoerders in, om het winkelnetwerk keihard in te krimpen alvorens het in handen te geven aan een nieuwe partner.

Daarbij sluiten opnieuw tientallen winkels, en verliezen honderden werknemers hun baan. Volgens Britse mediaberichten zouden hierdoor in Europa 1000 banen op de tocht staan. In de VS en Canada gingen alle 40 winkels van Ted Baker dicht.

De merkeigenaar wees daarbij met een beschuldigende vinger in de richting van AARC. Volgens de Amerikanen zouden de problemen het gevolg zijn van de schade die het Nederlandse bedrijf Ted Baker zou hebben toegebracht.

Gedoemde mislukking

De keuze van Authentic Brands om vorig jaar met het wankelende AARC in zee te gaan, roept echter wel vraagtekens op. In het persbericht over de overname hadden de Amerikanen zich er op laten voorstaan dat zij in zee gingen met ‘best-in-class operating partners’, die ‘beschikten over solide leiderschap’. Zij hadden echter wel moeten weten dat AARC geen sterke en belangrijke retailspeler was.

Volgens eerder genoemde bron verkocht Authentic bovendien een winkelportefeuille die deels verlieslijdend was en een hoofdkantoor in Engeland met veel te hoge kosten waardoor daar een ontslagronde nodig was.

Ook zouden de Amerikanen pittige royaltyvergoedingen hebben geëist voor het gebruik van het merk Ted Baker. De overname zou daardoor bij voorbaat gedoemd zijn geweest om te mislukken. Dat zij de schuld daarvoor nu in de schoenen kunnen schuiven van AARC, komt hen waarschijnlijk niet slecht uit.

Rokende puinhopen

In Nederland resten de rokende puinhopen. Naast de faillissementen van de winkels van Victoria’s Secret en Bath & Body Works van vorig jaar, gingen afgelopen april twee werkmaatschappijen van AARC bankroet. Maandag ging ook moederbedrijf AARC Holding op de fles, gisteren gevolgd door Ted Baker Netherlands B.V. Daarmee is definitief een einde gekomen aan de Nederlandse betrokkenheid bij Ted Baker.

Curatoren Rolf Everhardus en André Jansen moet alle faillissementen afwikkelen. Uit hun eerste verslagen blijkt dat de schuldeisers van de failliete Nederlandse bedrijven samen nog 42 miljoen euro tegoed hebben. Het lijkt onwaarschijnlijk dat zij daarvan nog veel zullen terugzien.

Winkelbaas: ‘Iedereen liep weg’

Carlos Radulovitch, de man achter de aankoop van de 120 Europese winkels en verkooppunten van Ted Baker, herkent zich niet in de uitlatingen van de Amerikaanse merkeigenaar Authentic, waarin de schuld voor het ineenstorten van de winkelketen bij zijn bedrijf wordt neergelegd.

“Ik ben het nadrukkelijk oneens met die beschuldiging”, mailt hij na vragen van RTL Z. Volgens hem schakelde Authentic bij de overname een derde partij in om de onderneming door te lichten en voorspellingen te doen over de toekomstige ontwikkelingen bij Ted Baker. “Achteraf bleek deze data ontoereikend”, zegt hij. “In september bleken de projecties onbetrouwbaar, en in december waren de verliezen al twee keer groter dan voorspeld.”

Vervolgens wilden de investeerders volgens Radulovitch alleen nog maar investeren als de Amerikaanse merkeigenaar er op gelijke voet geld in zou stoppen. “Dat wilde Authentic niet. Als gevolg daarvan liep iedereen weg.”

Op de vraag of hij Authentic Brands (deels) verantwoordelijk acht voor de problemen, geeft de directeur geen rechtstreeks antwoord. “Authentic heeft veel ervaring met het aankopen en verkopen van merken, maar de winkeluitbater loopt de risico’s. Toen het vertrouwen in het merk verdween, wilden wij niet meer opdraaien voor de dubbele kosten.”

Authentic Brands reageerde niet op vragen van RTLZ.