Connect with us

Gambling

Staatsbedrijf Holland Casino staat voor een onzekere toekomst

Published

on

Gaat Holland Casino zijn vijftigjarig bestaan halen? Over een kleine anderhalf jaar, in december 2025, is het exact een halve eeuw geleden dat Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland de vergunning kreeg van de rijksoverheid om als enige in Nederland legaal casino’s te mogen exploiteren. Krap een jaar later, in oktober 1976, opende het eerste Holland Casino zijn poorten, in Zandvoort. Maar de toekomst van het bedrijf, dat sinds de oprichting nog altijd volledig in handen is van de staat, is hoogst onzeker geworden.

Dat Holland Casino daar zelf ook mee worstelt, bleek wel uit de stevige taal van bestuursvoorzitter Petra de Ruiter, vorige week. Zij presenteerde de cijfers van een ronduit belabberd eerste halfjaar in 2024 waarin de omzet daalde en de belastingdruk en personeelskosten stegen. Het resultaat voor vennootschapsbelasting daalde tot een verlies van 3,5 miljoen euro.

Volgens De Ruiter kon het zo niet langer: nog hogere kansspelbelasting (zoals de nieuwe coalitie wil), maakt het uitbaten van gokspelen voor Holland Casino onrendabel. „Het enige alternatief”, zo stelde De Ruiter, „is dan dat we zeer ongewenste maatregelen gaan nemen als agressieve campagnes om nieuwe gasten te werven. Het stimuleren van mensen om veel meer te besteden, of door het prijzengeld stevig te verlagen.” Niet dat Holland Casino dat graag wíl, benadrukte De Ruiter. Het zou zelfs „onacceptabel” zijn en vanuit het overheidsbeleid rondom kansspelen „onverantwoord”. Maar het werd desalniettemin toch gezegd, met als onuitgesproken doel de plannen voor een hogere kansspelbelasting alsnog van tafel te krijgen.

Telefoon of laptop

De zorgen over de toekomst zijn begrijpelijk bij Holland Casino – dat sinds 2021 een online casino uitbaat en sinds 1976 zogenoemde landgebonden (fysieke) tafelspelen aanbiedt zoals poker, blackjack en roulette. Na jaren van groei, maakte Covid-19 in één klap een einde aan de periode van zwarte cijfers. Het gokbedrijf zit, net als veel andere bedrijven overigens, sindsdien met een enorme belastingschuld (nog steeds bijna 200 miljoen euro) die gewoon afbetaald moet worden aan de fiscus en zwaar op de cijfers drukt. Ook is het aantal spelers bij lange na nog niet terug op het niveau van voor de pandemie: vorig jaar kwamen er 5,1 miljoen bezoekers, ruim een miljoen minder dan in pre-coronajaar 2019.

En met het heropenen van de samenleving na de pandemie in 2021, werd na jaren discussie ook de markt voor online gokken geopend. Daardoor kwam een baaierd aan legale online concurrenten op de markt (zoals BetCity, Unibet en Kansino), waar Holland Casino zich tussen moest zien te vechten. Ook zorgde de komst van legaal online gokken voor minder interesse in de fysieke casino’s. Wie een gokje wil wagen, hoeft de deur niet meer uit en kan dat legaal doen vanachter de telefoon of laptop. Dat gebeurde massaal, met een gigantische groei van de nieuwe aanbieders tot gevolg (en een enorme toename van het aantal probleemgokkers, vooral onder jongeren).

Voor een monopolist in staatshanden gelden andere wetten

Hoe moeilijk Holland Casino het in de online markt heeft, blijkt eveneens uit de laatste halfjaarcijfers. Waar het online casino, dat sinds 2021 bestaat, in 2022 nog 145 miljoen euro wist om te zetten, daalde dat in 2023 tot 116 miljoen euro. En in het eerste halfjaar van 2024 bedroeg de omzet uit online minder dan 50 miljoen euro.

Het gevolg is dat het staatsbedrijf al sinds 2019 geen dividend meer heeft uitgekeerd aan enig aandeelhouder de Nederlandse Staat. Niet dat die geen inkomsten meer krijgt vanuit het aandeelhouderschap: dankzij de kansspelbelasting (30,5 procent op de gokgerelateerde omzet) harkt de schatkist jaarlijks zo’n 230 miljoen euro binnen. Maar ook daar doemt een voor Holland Casino inktzwart scenario op: in de budgettaire bijlage van het hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB eerder dit jaar sloten, staat het voornemen de kansspelbelasting te verhogen van 30,5 procent naar 37,8 procent. Voor Holland Casino zou dit bij een gelijkblijvende omzet van ruwweg 760 miljoen euro aan gokgerelateerde zaken beteken dat er niet 232 miljoen aan kansspelbelasting moet worden afgedragen, maar 287 miljoen. Dat vaagt gelijk de hele jaarwinst (23,6 miljoen in 2023) weg, en stort het casino structureel in de verliezen.

Dynamiek

In elke andere situatie zouden dergelijke cijfers tot een grondige herziening van het bedrijf hebben geleid. Maar voor een monopolist in staatshanden gelden andere wetten. De slechte financiële situatie en het opengooien van de online gokmarkt roepen echter wel de vraag op of het staatsaandeelhouderschap bij Holland Casino nog wel op zijn plaats is. Normaal gesproken keren staatsdeelnemingen de winst die zij maken (deels) als dividend uit aan de aandeelhouder: de staat. Dat zorgt voor extra inkomsten in de schatkist, in 2023 nog ongeveer 750 miljoen euro in totaal van alle deelnemingen.

Nu zijn financiën niet de enige reden voor de staat om in te stappen in een bedrijf: ook de borging van bepaalde maatschappelijke en publieke belangen speelt een grote rol. Maar steeds vaker komt de vraag op of die borging wel het beste via aandeelhouderschap uitgeoefend kan worden, of dat een goed pakket aan wetten en regels en een stevige toezichthouder niet voldoende zijn. Zo ook bij Holland Casino.

Het is overigens niet voor het eerst dat de vraag op tafel ligt om Holland Casino te privatiseren. Ook in 2019 was de staat heel dicht bij het afstoten van deze deelneming. In het wetsvoorstel werd destijds voorgesteld om Holland Casino, dat veertien vestigingen verspreid over het land telt, te verkopen. Verder was het voorstel om vergunningen voor twee nieuwe, losse vestigingen te veilen. Hiermee zou de casinomarkt beperkt worden opengesteld.

De Tweede Kamer was al akkoord, maar de Eerste Kamer blokkeerde een privatisering. Het belangrijkste argument was dat Holland Casino juist door het aandeelhouderschap van de staat kon bijdragen aan het tegengaan van gokverslaving. Een ander belangrijk argument: het gelijktijdig genomen besluit om de online gokmarkt open te gooien zou veel dynamiek in de markt veroorzaken. Het was volgens de senatoren beter even af te wachten wat die liberalisering op zou leveren alvorens een besluit over het casino te nemen. Verantwoordelijk minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker (VVD) trok daarop de wet in. Sindsdien is er niets meer van privatiseringsplannen vernomen.

Inmiddels zijn we vijf jaar verder en is de gokmarkt online geliberaliseerd. Komend najaar verschijnt een evaluatie van de Wet Kansspelen op afstand, zoals het online gokken formeel heet. Die zal mede bepalen wat er met de online-tak van Holland Casino kan gebeuren. En afgelopen jaar keek het kabinet naar het eigen aandeelhouderschap in Holland Casino in een periodieke evaluatie van de deelneming. Die evaluatie leest eigenlijk als een pleidooi om alsnog afscheid te nemen van Holland Casino als staatsbedrijf. Aan de ene kant is het evident dat de overheid een taak heeft bij het borgen van publieke belangen in de gokmarkt, zoals consumentenbescherming, de verslavingsgevoeligheid en risico’s op matchfixing, stelt de evaluatie. Maar dat kan met wet- en regelgeving, en hoeft niet via eigenaarschap.

Eigen broek ophouden

Het staatsaandeelhouderschap heeft een zekere toegevoegde waarde, maar deze is „niet zo evident zwaarwegend dat een verdere verkenning” naar een toekomst als privaat casino „niet zinvol zou zijn”, aldus de evaluatie. De volgende stap, aldus de auteurs, is om te onderzoeken op welke manier wet- en regelgeving aangepast kan worden „waarbij een eventuele privatisering van Holland casino haalbaar, uitvoerbaar en proportioneel is”.

In de begeleidende brief aan de Tweede Kamer schreef toenmalig staatssecretaris Van Rij (Financiën, CDA) dat Holland Casino „wel meerwaarde van het staatsaandeelhouderschap [ziet] en hecht aan behoud van de status quo”. Holland Casino zegt dat het staatsaandeelhouderschap „een duidelijke matigende werking” met zich meebrengt, die volgens haar van groot belang is, juist in een omgeving met uitsluitend commerciële concurrenten die risicovolle kansspelen aanbieden.

Desgevraagd is dat nog steeds de koers van de huidige directie van Holland Casino, ondanks de rode cijfers en ondanks de dreigende verhoging van de kansspelbelasting. De stevige taal van bestuursvoorzitter De Ruiter moet dan ook niet gezien worden als een roep om meer vrijheid en een manier om onder de matigende werking van het staatsaandeelhouderschap uit te komen, zegt een woordvoerder. „We willen juist onze verantwoordelijkheid blijven nemen in de maatschappelijke zorgplicht die we ook hebben, en dat kan het beste met de staat als aandeelhouder. Maar dat moet wel in een omgeving gebeuren waar we redelijkerwijs onze eigen broek kunnen ophouden.”




Continue Reading